Honderden moskeeën roepen Koning op (persbericht Prinsjesdag)
De K7, het samenwerkingsverband van regionale moskeekoepels, maakt zich ernstige zorgen over de snel groeiende moslimhaat, en met name de normalisatie ervan. Aan de vooravond van Prinsjesdag reikt men daarom uit naar de Koning.
Het regeerakkoord dat onder meer spreekt over (ongrondwettelijke) staatscontrole op het informeel onderwijs, de aanpak van de islamitische gebedsoproep, het beperken van het demonstratierecht (behalve t.a.v. Koranverbrandingen) én het tegengaan van buitenlandse financiering, problematiseert en stigmatiseert de moslimgemeenschap verder.
In deze tijd van de toeslagenaffaire, van onwettige spionage in moskeeën, van banken die onterecht accounts van moslims bevriezen, van terreurlijsten waar onschuldige islamitische burgers op worden gezet, van een gerechtelijke uitspraak die stelt dat het Haga Lyceum jarenlang onterecht werd tegengewerkt door de overheid én van een publieke omroep waar inmiddels onweersproken wordt gesteld dat de islam een kankergezwel is, is het vooral nodig om polarisatie tegen te gaan. Niet te intensiveren.
Ook de zeer beperkte ophef over een Haagse vlogger die in een telegramgroep aangaf dat hij een ‘genocideaanval’ op moslims wilde plegen, toont helaas de normalisatie van moslimhaat aan.
De koepels zouden normaliter een beroep op het kabinet doen om maatregelen te treffen, maar hebben door de samenstelling ervan (met de zelfbenoemde anti-islampartij PVV als grootste) én de genoemde plannen, niet het idee dat dit tot iets zal leiden.
“Deze situatie noopt ons er daarom toe de Koning – als staatshoofd dat boven de partijen staat – op te roepen zich uit te spreken tegen de groei en normalisatie van moslimhaat. De situatie is reeds dreigend en een groot deel van de moslimgemeenschap is beducht voor een verdere verslechtering”, aldus de +200 moskeeën die tezamen de K7 vormen.